Geschiedenis van de Franciscus kerk
“In het tweede jaar na de oorlog, toen het Vaderland elke vakman en elke steen nodig had voor de opbouw van zijn verwoeste steden, bouwden op de rand van het Drentse veen de Parochianen van Emmerschans zelf hun kerk van karton.”
Bij de kruising van de Schansstraat en de Rondweg in Emmerschans onthulde burgemeester drs. H.A.Beusekamp op 29 juli 1977 een gedenkteken. Het monumentje geeft de plaats aan, waar de parochianen van de Sint Franciscusparochie met veel enthousiasme en gemeenschapszin de eerste rooms-katholieke kerk van het dorp bouwden. De kerk, geheel van karton en opgetrokken in de graanschuur van landbouwer H.H.Kocks, deed van 1948 tot 1953 trouwe dienst.
Toen de raad ten behoeve van de aanleg van de Rondweg op 25 maart 1968 besloot van de heer Kocks tien hectare grond met opstallen, waaronder de graanschuur, aan te kopen, vroeg deze of de gemeente na voltooiing van de werkzaamheden de plek, waar de nieuwe parochie ontstond, op de een of andere wijze wilde markeren. “Er is een tijd overheen gegaan, maar nu is het moment daarvoor aangebroken”, zei burgemeester Beusekamp tijdens een bijeenkomst op het raadhuis, waarvoor het echtpaar Kocks met enkele familieleden, deken C.Martron, leden van het bestuur van de Sint Franciscusparochie (die tevens Emmerhout omvat), en “meester” C.M.Veldhuizen, destijds de rechterhand van de in 1954 overleden bouwpastoor Th.G.M.Jacobs, waren uitgenodigd. “Een heel bijzondere en unieke zaak”, noemde de burgemeester de bouw van een eigen kerk door de parochianen van Emmerschans. “Mede, omdat de parochianen na hun zware arbeid in het veen elke avond kwamen opdraven om de kerk letterlijk in elkaar te timmeren”.
Tot de heer en mevrouw Kocks, die vele herinneringen aan de kerk hebben bewaard en die uit een schat aan anekdotes over het reilen en zeilen ervan kunnen putten, zei hij: “U verleende niet alleen gastvrijheid, maar daarnaast vervulde u verschillende functies. Zo trad u, meneer Kocks, als koster op. En u, mevrouw, luidde de klok, zorgde voor bloemen en deed nog een heleboel meer”. Na de onthulling van het gedenkteken – een grote zwerfkei met een gedenkplaat – en de overdracht aan het bestuur van de Sint Franciscusparochie dankten achtereenvolgens de heer Kocks en voorzitter F.Hampsink van het kerkbestuur in een kort toespraakje het gemeentebestuur.
De heer Kocks herinnerde eraan, dat hij het verzoek van pastoor Jacobs om zijn graanschuur tijdelijk als onderkomen voor een kerk beschikbaar te willen stellen, aarzelend had ingewilligd. Hij meende de schuur voor de uitoefening van zijn landbouwbedrijf niet te kunnen missen. Maar toen hij het verzoek op de keper had beschouwd, antwoordde hij de bouwpastoor, dat hij moeilijk kon weigeren, als “ons Lieve Heer” bij hem wilde wonen: “Die hebben we allemaal nodig”, aldus de heer Kocks.